En hij had een visioen over een pantser. Het pantser was niet zijn eigen huid, het was sterker dan piastaai. Niets drong door dit pantser heenageen mes of vergif of zand, het stof uit de woestijn niet, noch de verschroeiende hitte ervan. Zijn rechterhand bezat de macht de coriolisstorm op te roepen om de aarde te doen schudden en tot niets te eroderen. Zijn ogen waren strak op de Gouden Weg gericht en in zijn linkerhand droeg hij de scepter van absolute heerschappij. En voorbij de Gouden Weg keken zijn ogen naar de eeuwigheid waarvan hij wist dat die het voedsel was voor zijn ziel en zijn eeuwigdurend lichaam.
Heighia, de droom van mijn broeder uit Het boek van Ghanima
A
'Het zou beter zijn als ik nooit keizer werd,' zei Leto. 'O, ik wil niet zeggen dat ik de vergissing van mijn vader heb begaan en met een speciebril in de toekomst heb gekeken. Ik zeg dit uit zelfzucht. Mijn zuster en ik hebben dringend een periode van vrijheid nodig waarin we kunnen leren leven met wat we zijn.'
Hij zweeg en staarde Vrouwe Jessica vragend aan. Hij had zijn zegje gedaan zoals hij met Ghanima had afgesproken. Wat zou nu hun grootmoeder hierop antwoorden?
Jessica bestudeerde haar kleinzoon in de vage gloed van de gloeibollen die haar vertrekken in Vest Tabr verlichtten. Het was nog vroeg in de ochtend van haar tweede dag hier en ze had al onrustbarende berichten ontvangen dat de tweeling een nacht van waken buiten de vest had doorgebracht. Wat deden ze toch? Ze had niet goed geslapen en ze voelde zuren van vermoeidheid in haar lichaam die eisten dat ze van het overactieve niveau afstapte dat haar door alle veeleisende noodzakelijkheden op de been had gehouden na dat beslissende optreden op de ruimtehaven. Dit was de vest van haar nachtmerriesamaar buiten, dat was niet de woestijn die zij zich herinnerde. Waar zijn al die bloemen vandaan gekomen? En de lucht om haar heen voelde te vochtig aan. De jongeren waren maar laks met de stilpakdiscipline.
'Wat ben jij dan, kind, dat je tijd nodig hebt om jezelf te leren kennen?' vroeg ze.
Hij schudde zachtmoedig zijn hoofd in de wetenschap dat dit een bizarre volwassen beweging was op een kinderlichaam en hij bedacht opnieuw dat hij deze vrouw geen gelegenheid mocht geven haar evenwicht te vinden. 'Ten eerste ben ik geen kind. O...' Hij wees op zijn borst. 'Dat is een kinderlichaam; daar bestaat geen twijfel aan. Maar ik ben geen kind.'
Jessica kauwde op haar onderlip zonder acht te slaan op wat dat betekende. Haar Hertog die zo veel jaren geleden op deze vervloekte planeet was omgekomen, had om haar gelachen als ze dat deed. ']e enige onbedwingbare reactie,' had hij dat kauwen op die lip genoemd. 'Het zegt me dat je ongerust bent, en ik moet die lippen kussen om het trillen te stillen.'
Nu schokte deze kleinzoon die de naam van haar Hertog droeg haar tot een zwijgen vol hartkloppingen door alleen maar te glimlachen en te zeggen: 'Je bent ongerust; ik zie het aan die trillende lippen.'
Ze moest de meest strenge discipline van haar Bene Gesserit opleiding aanwenden om tenminste een schijn van kalmte te herstellen. Ze wist uit te brengen: 'Tart je mij?'
'U tarten? Dat zou ik nooit doen. Maar ik moet u duidelijk maken hoezeer wij anders zijn. Denkt u eens aan die vestorgie van zo lang geleden toen de Oude Eerwaarde Moeder u haar levens en haar herinneringen gaf. Ze stemde zich op u af en gaf u die... die lange sliert saucijzen, met elk een persoon. U heeft ze nog. U weet dus iets van wat Ghanima en ik ervaren.'
'En Alia?' vroeg Jessica om hem op de proef te stellen.
'Heeft u dat niet met Ghani besproken?'
'Ik wil het met jou bespreken.'
'Uitstekend. Alia ontkende wat ze was en werd dat wat ze het meest vreesde. Het innerlijke verleden kan niet naar het onderbewustzijn verbannen worden. Dat is voor elk mens al een gevaarlijke koers, maar voor ons die ontwaakt zijn in de moederschoot, is het erger dan de dood. En dat is alles wat ik over Alia zal zeggen.'
'Dus jij bent geen kind,' zei Jessica.
'Ik ben miljoenen jaren oud. Dat vereist aanpassingen die nooit tevoren van mensen zijn geA
Jessica knikte, wat kalmer nu, en veel voorzichtiger dan ze met Ghanima was geweest. En waar was Ghanima? Waarom was Leto hier alleen gekomen?
'Nou grootmoeder,' zei hij, 'zijn wij Gruwelen of zijn wij de hoop van de Atreides?
Jessica negeerde de vraag. 'Waar is je zuster?'
'Zij leidt Alia af zodat wij niet gestoord zullen worden. Het is nodig. Maar Ghani zou niets meer tegen u zeggen dan ik. Hebt u dat gister niet gemerkt?'
'Wat ik gister heb gemerkt is mijn eigen zaak. Waarom kakel je over Gruwel?'
'Kakel? Bij mij hoeft u niet met uw Bene Gesserit huichelarij aan te komen, grootmoeder. U krijgt het allemaal woord voor woord van me terug, uit uw eigen geheugen. Ik wil meer dan uw lippen laten trillen.'
Jessica schudde haar hoofd toen ze de kilte voelde van dit... wezen dat haar bloed bezat. De bronnen die hij tot zijn beschikking had schrikten haar af. Ze probeerde zijn toon na te doen en vroeg: 'Wat weet je over mijn bedoelingen?'
Hij snoof. 'U hoeft niet te vragen of ik dezelfde vergissing heb gemaakt als mijn vader. Ik heb niet buiten de tuin des tijds gekekenaniet met dat doel voor ogen tenminste. Laat absolute kennis van de toekomst maar over aan die ogenblikken van dA(c)ja-vu die elk mens kan ervaren. Ik weet dat voorzienigheid een val is. Het leven van mijn vader vertelt mij alles wat ik daarover moet weten. Nee, grootmoeder: de toekomst absoluut kennen betekent absoluut opgesloten zitten in die toekomst. Het doet de tijd ineenklappen. Heden wordt toekomst. Ik heb meer vrijheid dan dat nodig.'
Jessica voelde haar tong trillen van ongesproken woorden. Hoe kon ze antwoorden met iets dat hij niet al wist? Dit was monsterlijk! Hij is mij! Hij is mijn geliefde Leto! Deze gedachte schokte haar. Even vroeg ze zich af of dit kinderlijke masker misschien niet ineens zou veranderen in die geliefde trekken en... Nee!
Leto liet zijn hoofd hangen en keek omhoog om haar te bestuderen. Ja, ze kon dus toch gemanipuleerd worden. Hij zei: 'Als u aan voorkennis denkt, wat u hopelijk zelden doet, bent u waarschijnlijk niet anders dan een ander. De meeste mensen denken dat het erg prettig zou zijn om de koers van walvisbont van morgen te weten. Of of een Harkonnen ooit nog weer over hun thuis-wereld Giedi Prime zal heersen. Maar wij kennen de Harkonnen s natuurlijk zonder voorkennis, hA" grootmoeder.'
Ze weigerde in zijn aas te happen. Natuurlijk wist hij dat het vervloekte Harkonnense bloed in zijn aderen vloeide.
'Wie is een Harkonnen?' vroeg hij om haar te prikkelen. 'Wie is Beest Rabban? Elk van ons kan het zijn, niet? Maar ik dwaal af. Ik spreek over het volkssprookje van voorkennis: de toekomst absoluut te kennen! Compleet! Wat zouden er met zo'n absolute kennis een rijkdommen gewonnenaen verlorenakunnen worden, niet waar? Dat gelooft het gepeupel. Zij denken dat als een bA(c)A(c)tje goed is, mA(c)A(c)r beter is. Wat geweldig! En als je een van hen het volledige draaiboek van zijn leven zou schenken tot en met het ogenblik waarop hij sterftawat zou dat een duivelse gift zijn. Wat een vreselijke verveling! Elke seconde van zijn leven zou een herhaling zijn van wat hij absoluut zeker wist. Geen afwijking. Hij zou elke reactie, elke uiting verwachtenasteeds en steeds en steeds en steeds en steeds en...'
Leto schudde zijn hoofd. 'Onwetendheid heeft zijn voordelen. Een heelal vol verrassingen, daar bid ik om!'
Het was een lang verhaal en terwijl Jessica luisterde zag ze verbaasd hoezeer zijn gebaren en zijn stembuigingen op die van zijn vader lekenahaar verloren zoon. Zelfs de ideeA
'Je doet me aan je vader denken,' zei ze.
'Doet u dat pijn?'
aIn zekere zin, maar het stelt me gerust om te weten dat hij in jou voortleeft.'
'Wat begrijpt u er weinig van hoe hij in me voortleeft!'
Jessica vond zijn stem effen, maar overlopend van verbittering. Ze hief haar kin omhoog en keek hem recht aan.
'Of hoe uw Hertog in mij leeft,' zei Leto. 'Grootmoeder, Ghanima is u! Zij is u in zo'n mate dat uw leven voor haar geen enkel geheim heeft tot op het ogenblik dat u onze vader baarde! En ik! Want een catalogus van lichamelijke opnamen ben ik niet! Er zijn ogenblikken dat het niet te dragen is. U komt hier om over ons te oordelen? U komt hier over Alia oordelen? Wij kunnen beter over u oordelen!'
Jessica verlangde een antwoord van zichzelf en vond er geen. Wat was hij aan het doen? Vanwaar deze nadruk op zijn anders-zijn? Hoopte hij verworpen te worden? Was hij in Alia's toestand geraaktaGruwel ?
'Dit verontrust u,' zei hij.
'Het verontrust me.' Ze haalde vergeefs haar schouders op. 'Ja, het verontrust meaen om redenen die jij heel goed kent. Ik ben ervan overtuigd dat je mijn Bene Gesserit opleiding hebt bekeken. Ghanima geeft het toe. Ik weet dat Alia... het heeft gedaan. Je kent de consequenties van je anders-zijn.'
Hij tuurde naar haar omhoog, strak en verwarrend. 'We hadden bijna met u een andere koers gekozen,' zei hij en in zijn stem klonk iets door van haar eigen vermoeidheid. 'Wij kennen het trillen van uw lippen zoals uw minnaar dat kende. Elk slaapkamer-koosnaampje dat uw Hertog u influisterde kunnen wij naar wens oproepen. U hebt dit ongetwijfeld verstandelijk aanvaard. Maar ik waarschuw u: verstandelijk aanvaarden is niet voldoende. Als een van ons een Gruwel wordtazou u degene in ons innerlijk kunnen zijn die dat veroorzaakt! Of mijn vader... of moeder! Uw Hertog! Wij zouden door elk van jullie bezeten kunnen worden en de toestand die ontstond zou precies dezelfde zijn.'
Jessica voelde een brandende pijn in haar borst en haar ogen werden vochtig. 'Leto...' wist ze uit te brengen, nu ze eindelijk zijn naam durfde gebruiken. Ze merkte dat het minder pijn deed dan ze gedacht had en ze dwong zichzelf verder te gaan. 'Wat wil je van me?'
'Ik wilde mijn grootmoeder iets leren.' 'Wat wilde je mij leren?'
'De afgelopen nacht hebben Ghani en ik de moeder-vaderrollen gespeeld, bijna tot onze ondergang, maar we hebben veel geleerd. Er zijn dingen die je kan weten als je maar een besef hebt van de voorwaardelijke omstandigheden. Handelingen worden voorspelbaar. Aliaahet is wel bijna zeker dat ze plannen maakt om u te ontvoeren.'
Jessica knipperde met haar ogen, geschokt door de plotselinge beschuldiging. Ze kende dit kunstje wel en had het vele malen gebruikt: iemand op een bepaalde gedachtetrein brengen en dan een schokkende opmerking maken uit een heel andere trein. Ze herstelde zich door sissend haar adem naar binnen te zuigen.
aIk weet wat Alia aan het doen is... wat ze is, maar...'
'Grootmoeder, heb medelijden met haar. Gebruik niet alleen uw verstand maar ook uw hart. Dat heeft u wel eerder gedaan. U vormt een gevaar, en Alia wil zelf het Rijk hebbenatenminste, het ding dat ze is geworden wil dat.'
'Hoe weet ik dat hier niet een andere Gruwel tot mij spreekt?'
Hij haalde zijn schouders op. 'Op dat punt komt uw hart eraan te pas. Ghani en ik weten hoe ze zich voelde. Het is niet eenvoudig je aan te passen aan dat kabaal van die innerlijke menigvuldigheid. Als je hun ego's onderdrukt komen ze elke keer dat je een herinnering ophaalt met zijn allen aangestormd. En op een daga' Hij slikte met een droge keel. 'abesluit een sterke uit die innerlijke horde dat het tijd is het lichaam te delen.'
'En er is niets dat jullie ertegen kunnen doen?' Ze vroeg het toch, hoewel ze bang was voor het antwoord.
'Wij denken dat er wel iets is... ja. We kunnen ons niet aan de specie onderwerpen; dat is overduidelijk. En we moeten het verleden niet helemaal onderdrukken. We moeten het gebruiken, er een mengelmoes van maken. En ten slotte, zullen we hen allemaal in onszelf opnemen. We zullen niet langer ons oorspronkelijke zelf zijnamaar we zullen niet bezeten zijn'
'Jij spreekt over een complot om mij te ontvoeren.'
'Het is duidelijk. Wensicia koestert ambities voor haar zoon. Alia koestert ambities voor zichzelf, en...'
'Alia en Farad'n?'
'Dat bedoelde ik niet,' zei hij. 'Maar Alia en Wensicia bewandelen momenteel evenwijdige paden. Wensicia heeft een zuster in het huis van Alia. Wat is er eenvoudiger dan een boodschap aana'
'Weet je iets van zo'n boodschap?'
'Alsof ik hem gezien had en elk woord ervan had gelezen.' 'Maar je hebt zo'n boodschap niet gezien?'
'Dat is niet nodig. Ik hoef alleen maar te weten dat alle Atreides bij elkaar zijn op Arrakis. Al het water in A(c)A(c)n bekken.' Hij maakte een gebaar waarmee hij de hele planeet aanduidde.
'Het Geslacht Corrino zou niet durven ons hier aan te vallen!'
'Alia zou er wel bij varen als ze het deden.' Een honende bijklank in zijn stem maakte haar boos.
aIk laat me niet betuttelen door mijn eigen kleinzoon!' zei ze.
'Hou er dan verdomme mee op me als je kleinzoon te beschouwen! Beschouw me dan als je Hertog Leto!' Zijn toon en zijn gelaatsuitdrukking, zelfs het korte handgebaar, waren zo sprekend dat ze verward stil viel.
Met een droge, gereserveerde stem zei Leto: 'Ik heb geprobeerd u erop voor te bereiden. Dat moet u me tenminste nageven.'
'Waarom zou Alia mij willen ontvoeren?'
'Om het Geslacht Corrino er de schuld van te geven, natuurlijk!'
'Ik geloof er niets van. Zelfs voor haar zou zo iets... monsterlijk zijn! Veel te gevaarlijk! Hoe zou ze het kunnen doen zonder... ik kan dit niet geloven!'
'Als het gebeurt, moet je het wel geloven. Ach grootmoeder, Ghani en ik hoeven slechts in ons binnenste te luisteren en we weten het. Het is gewoon zelfbehoud. Hoe zouden we anders ooit de vergissingen die om ons heen gebeuren zelfs maar kunnen vermoeden?'
'Ik geloof geen seconde dat die ontvoering deel uitmaakt van Alia'sa'
'Grote goden! Hoe kunt u, een Bene Gesserit, zo duf zijn! Het hele Rijk vermoedt waarom u hier bent. Wensicia's propaganda-mensen zijn al helemaal voorbereid om u zwart te maken. Alia kan bijna niet wachten tot het gebeurt. Als u valt, zou het Geslacht Atreides een doodsklap kunnen krijgen.'
'Wat vermoedt het hele Rijk?'
Ze mat de woorden zo kil mogelijk uit omdat ze wist dat ze dit on-kind toch niet met de Stem kon beA-nvloeden.
'Vrouwe Jessica is van plan die tweeling met elkaar te kruisen!' grauwde hij. 'Dat is wat alle zusters willen. Bloedschande!'
Ze knipperde met haar ogen. 'Onzinpraat.' Ze slikte. 'De Bene Gesserits zullen zo'n gerucht niet zomaar in het Rijk laten rondgaan. We hebben nog steeds een zekere mate van invloed. Denk daar wel aan.'
'Gerucht? Wat voor gerucht? Jullie hebben de mogelijkheid om ons onderling te kruisen nog steeds opengelaten.' Hij schudde zijn hoofd toen ze iets wilde zeggen. 'Ontken het niet. Als men ons de puberteit laat doormaken onder hetzelfde dak en u verkeert in die huishouding, dan zal jullie invloed niet meer zijn dan een vod dat voor de neus van een zandworm heen en weer gezwaaid wordt.'
'Geloof jij werkelijk dat wij zo ontzettend stom zijn?' vroeg Jessica.
'Ja zeker wel. Jullie Genootschap van Zusters is niets anders dan een stelletje verdomd stomme oude wijven die niet verder kijken dan hun geliefde teeltprogramma! Ghani en ik weten welke druk zij kunnen uitoefenen. Denkt u soms dat wij stom zijn?'
'Druk?'
'Zij weten dat u een Harkonnen bent! Het staat natuurlijk in hun teeltgegevens: Jessica, geboren uit Tanidia Nerus van Baron Vladimir Harkonnen. Als die gegevens per ongeluk in de openbaarheid kwamen, zou dat u elke mogelijkheid ontnemen oma'
'Denk je dat de Zusters zich zouden verlagen tot het gebruik van chantage?'
aIk weet dat ze dat zouden doen. O, ze hebben het heel mooi ingekleed. Ze droegen u op de geruchten over uw dochter te onderzoeken. Ze wakkerden uw nieuwsgierigheid aan en uw angst. Ze deden een beroep op uw verantwoordelijkheidsgevoel, maakten dat u zich schuldig ging voelen omdat u terugvluchtte naar Caladan. En ze gaven u het vooruitzicht uw kleinkinderen te redden.'
Jessica kon hem alleen maar zwijgend aanstaren. Het leek wel of hij de heftige bijeenkomsten met haar Proctors van de Zusters had afgeluisterd. Ze voelde dat ze volledig in zijn woorden berustte en begon nu de mogelijkheid te aanvaarden dat hij de waarheid sprak als hij zei dat Alia van plan was haar te ontvoeren.
'Ziet u, grootmoeder, ik moet een moeilijke beslissing nemen,' zei hij. 'Volg ik de taakopvatting van de Atreides? Leef ik voor mijn onderdanen... en sterf ik voor hen? Of kies ik een andere koersaA(c)A(c)n die mij in staat zou stellen duizenden jaren te leven?'
Jessica deinsde onwillekeurig achteruit. Deze woorden die zo makkelijk werden uitgesproken handelden over een onderwerp dat de Bene Gesserits bijna ondenkbaar maakten. Vele Eerwaarde Moeders konden die koers kiezen... of het proberen. De ingewijde Zusters waren in staat hun inwendige lichaamsfuncties te manipuleren. Maar als er A(c)A(c)n dat deed, zouden ze het vroeg of laat allemaal proberen. En zo'n verzameling leef tijdloze vrouwen zou niet geheim te houden zijn. Ze wisten absoluut dat deze koers hen naar de vernietiging zou voeren. De mensheid die maar kort leefde zou zich tegen hen keren. Neeahet was ondenkbaar.
'De richting waarin je gedachten gaan, bevalt me niet,' zei ze.
'U begrijpt mijn gedachten niet,' zei hij. 'Ghani en ik...' Hij schudde zijn hoofd. 'Alia had het binnen handbereik en ze gooide het weg.'
'Weet je dat zeker? Ik heb al bericht gestuurd aan de Zusters dat Alia het ondenkbare doet. Kijk eens naar haar! Ze is geen dag ouder geworden sinds ik...'
'O dat!' Hij wuifde het Bene Gesserit lichaamsevenwicht weg met een handgebaar. 'Ik heb het over iets andersaeen volmaaktheid van zijn die alles wat mensen ooit tevoren hebben bereikt, verre overtreft.'
Jessica bleef zwijgen, ontsteld dat hij haar zo makkelijk haar onthulling had ontfutseld. Hij moest geweten hebben dat zo'n bericht een doodvonnis voor Alia betekende. En hoe hij de woorden ook veranderde, hij kon het alleen maar hebben over dezelfde overtreding. Wist hij niet hoe gevaarlijk zijn woorden waren?
'Je moet het uitleggen,' zei ze ten slotte.
'Hoe?' vroeg hij. 'Als u niet begrijpt dat Tijd niet is wat hij lijkt, kan ik zelfs niet met uitleggen beginnen. Mijn vader vermoedde het. Hij stond op het punt het te realiseren, maar deinsde terug. Nu komt het op Ghani en mij aan.'
'Ik sta erop dat je het uitlegt,' zei Jessica en ze betastte de gif naald die ze onder een plooi van haar mantel verborgen hield. Het was de gom jabbar, zo dodelijk dat zelfs een heel klein prikje ermee iemand binnen enkele seconden deed sterven. En ze dacht: Ze hebben me gewaarschuwd dat ik hem misschien zou moeten gebruiken. De gedachte deed haar armspieren hevig trillen en ze was blij dat ze die omhullende mantel aanhad.
'Goed dan,' zuchtte hij. 'Eerst iets over de Tijd; er is geen verschil tussen tienduizend jaar en A(c)A(c)n jaar; geen verschil tussen honderdduizend jaar en een hartslag. Geen verschil. Dat is het eerste feit over de Tijd. En het tweede feit: het volledige heelal met al zijn Tijd is in mij.'
'Wat is dit voor kletspraat?' vroeg ze.
'Ziet u? U begrijpt het niet. Dan zal ik het op een andere manier proberen uit te leggen.' Hij hief zijn hand op ter illustratie en bewoog hem heen en weer terwijl hij sprak. 'We gaan voorwaarts, we komen terug.'
'Die woorden verklaren niets!'
'Dat is juist,' zei hij. 'Er zijn dingen die je met woorden niet in kunt verklaren. Je moet ze zonder woorden ondergaan. Maar u bent niet voorbereid op zo'n waagstuk, net zoals u mij niet ziet als u naar mij kijkt.'
'Maar... ik kijk regelrecht naar je. Natuurlijk zie ik je!' Ze keek hem kwaad aan. Zijn woorden wezen op kennis van de Zensunni Codex zoals zij die op de Bene Gesserit scholen had geleerd: woordenspel om iemands begrip van filosofie in de war te brengen.
'Sommige dingen gebeuren buiten onze machtssfeer om,' zei hij.
'Hoe verklaart dat deze... deze volmaaktheid die alle andere menselijke ervaringen zo verre overtreft?'
Hij knikte. 'Als je ouderdom of de dood uitstelt door het gebruik van melange of door die aangeleerde aanpassing van lichaamsevenwicht waarvoor jullie Bene Gesserits terecht zo bang zijn, dan wekt zo'n uitstel slechts een schijn van beheersing. Of men snel door de vest wandelt, of langzaam, men doorkruist de vest. En dat verstrijken van tijd wordt inwendig ervaren.'
'Waarom zwets je zo? Ik scherpte mijn verstandskiezen al op zulke onzin lang voordat zelfs jouw vader werd geboren.'
'Maar alleen de kiezen groeiden,' zei hij.
'Woorden! Woorden!'
'Aha, u bent er erg dichtbij!'
'Ha!'
'Grootmoeder?' 'Ja?'
Hij bleef heel lang stil. Toen: 'Ziet u? U kunt nog wel als uzelf reageren.' Hij lachte naar haar. 'Maar u kunt niet achter de schaduwen kijken. Ik ben hier.' Weer lachte hij. 'Mijn vader kwam hier erg dichtbij. Toen hij leefde, leefde hij, maar toen hij stierf, ging hij niet dood.'
'Wat zeg je nu?'
'Toon me zijn lichaam!'
'Geloof jij dat die Prediker...'
'Mogelijk, maar zelfs dan is dat niet zijn lichaam.'
'Je verklaart niets,' zei ze beschuldigend.
'Daar had ik u ook voor gewaarschuwd.'
'Maar waaroma'
'U vroeg erom. U moest het zien. Nu keren we terug naar Alia en haar plan u te ontvoerena'
'Ben jij van plan het ondenkbare uit te oefenen?' vroeg ze en ze hield de giftige gom jabbar klaar onder haar mantel.
'Zult u haar beul zijn?' vroeg hij op bedrieglijk vriendelijke toon. Hij wees naar de hand onder haar mantel. 'Gelooft u dat ze u dat zou laten gebruiken? Of gelooft u dat ik het u zou laten gebruiken?'
Jessica merkte dat ze niet kon slikken.
'Ik zal antwoord geven op uw vraag,' zei hij. 'Ik ben niet van plan het ondenkbare te doen. Zo dom ben ik niet. Maar u hebt me geschokt. U durft over Alia te oordelen. Natuurlijk heeft ze het strenge Bene Gesserit gebod overtreden! Wat had u verwacht? U liet haar in de steek, liet haar hier achter in de positie van een vorstin, op de naam na. Al die macht! Dus u vluchtte terug naar Caladan om in Gurney's armen uw wonden te likken. Uitstekend. Maar wie bent u dat u over Alia oordeelt?'
'Ik zeg je nogmaals dat ik niet overa'
'Ach mens, zwijg!' Hij wendde zich met een blik vol walging af. Maar zijn woorden waren op die speciale Bene Gesserit manier uitgesprokenamet de beheersende Stem. Die legde haar het zwijgen op alsof iemand een hand voor haar mond hield. Ze dacht: Wie zou beter weten hoe hij me met de Stem moest treffen dan dit kind? Het was een geruststellende gedachte die haar gekwetste gevoelens wat verzachtte. Hoe vaak ze zelf ook de Stem tegen anderen had gebruikt, ze had nooit verwacht dat ze er zelf gevoelig voor zou zijn... nooit meer... niet sinds de schooldagen toen...
Hij keek haar weer aan. 'Het spijt me. Ik weet nu eenmaal precies hoe blindelings u kunt reageren alsa-'
'Blindelings? Ik?' Hierdoor was ze veel meer verontwaardigd dan door zijn verfijnde gebruik van de Stem tegen haar.
'U,' zei hij. 'Blindelings. Als u nog een beetje eerlijk kunt zijn, zult u uw eigen reacties herkennen. Ik noem uw naam en u zegt: "Ja?" Ik leg u het zwijgen op. Ik roep al uw Bene Gesserit mythen boven. Kijk naar binnen zoals u is geleerd. Dat is tenminste iets dat u zelf kunta'
'Hoe durf je! Wat weet jij van...' Haar stem stierf weg. Natuurlijk wist hij ervan!
'Kijk naar binnen, zeg ik!' Zijn stem klonk bevelend.
Weer betoverde zijn stem haar. Ze merkte dat haar zintuigen tot rust kwamen, voelde haar ademhaling versnellen. Net buiten haar bewustzijn lag een bonkend hart op de loer, hijgde een... Plotseling besefte ze dat de versnelde ademhaling en het bonken van haar hart niet latent waren, niet op afstand werden gehouden door haar Bene Gesserit beheersing. Terwijl haar ogen wijd open vlogen door de schok van dit besef, voelde ze dat haar eigen lichaam aan andere bevelen gehoorzaamde. Langzaam kreeg ze haar beheersing terug maar het besef bleef. Dit onkind had haar het hele gesprek door bespeeld als een fijngevoelig instrument.
'Nu weet u hoe diep de conditionering van uw geliefde Bene Gesserits zit,' zei hij.
Ze kon alleen maar knikken. Haar geloof in woorden was vernietigd. Leto had haar gedwongen haar eigen fysieke heelal recht onder ogen te zien en ze was daar geschokt onder vandaan gekomen en in haar geest voelde ze een nieuw bewustzijn. 'Toon me zijn lichaam!' Hij had haar haar eigen lichaam laten zien alsof het pas was geboren. Sinds haar vroegste schooldagen op Wallach, sinds die angstaanjagende dagen voor de kopers van de Hertog haar kwamen halen, sindsdien had ze nooit meer zo'n huiverende onzekerheid over haar volgende ogenblikken gevoeld.
'U laat u ontvoeren,' zei Leto.
'Maara'
'Ik vraag niet om discussie over dit punt,' zei hij. 'U zult het toestaan. Beschouw dit maar als een bevel van uw Hertog. U zult de zin ervan wel begrijpen als het gebeurd is. U zult een zeer interessante leerling ontmoeten.'
Leto stond op en knikte. Hij zei: 'Sommige daden hebben een eind maar geen begin; sommige beginnen maar eindigen niet. Het hangt allemaal af van het standpunt van de waarnemer.' Hij draaide zich om en liep haar kamer uit.
In de tweede voorkamer kwam Leto Ghanima tegen die haastig naar hun privA(c)-vertrekken onderweg was. Ze bleef staan toen ze hem zag en zei: 'Alia is bezig met de Synode van het Geloof.' Ze wierp een vragende blik op de gang die naar Jessica's vertrekken leidde.
'Gelukt,' zei Leto.